Geschiedenis

Op deze pagina kun je de geschiedenis van onze club bekijken. De komende tijd zal er steeds een nieuwe periode toegevoegd worden, dus kom regelmatig terug op deze pagina om de totale geschiedenis van onze club te lezen. In de kolom aan de rechterkant kun je snel bladeren tussen de verschilende periodes.

De periode voor 1948

Dat pas in 1948 de Sportclub Eefde is opgericht, betekent niet dat er daarvoor geen voetbal werd gespeeld in het sluisdorp. Het huidige complex De Wolzak wordt al sinds het begin van vorige eeuw door verschillende vooral Zutphense voetbalclubs bespeeld. Hier volgt een korte terugblik op het voetballeven in ons dorp voor de geboorte van Sp. Eefde. 

Al in het eerste decennium van vorige eeuw vinden we de eerste tekenen van het voetbalspelletje op Eefdese bodem. In 1906 werd het dappere clubje L.B.B (Little But Brave) opgericht. De Engelse naam is een indicatie voor de voorbeeldfunctie die bakermat van "football" in Nederland had. Deze club met prominente spelers als "Zeus" Zuuring, Ter Hogt, en Van de Beke Calenfels in haar gelederen speelde op De Wolzak. Dit terrein had indertijd meer weg van een woestijn dan van een voetbalveld en werd daarom ook wel de Sahara genoemd. L.B.B. was al snel succesvol, want toen het tot de onderbond toetrad werd het meteen kampioen. In de korte bestaansgeschiedenis van de club wist het drie elftallen op de been te brengen. Maar zoals wel meerdere kleine clubjes in die tijd, ging ook L.B.B. in 1910 op in een grotere vereniging; in dit geval het succesvolle Zutphense Be Quick.

Geschiedenis Sp. Eefde

In het jaar 1912 kwam Eefde opnieuw op de voetballandkaart voor. De Gelderse Voetbal Bond (G.V.B.) , een dochterafdeling van de (toen nog geen Koninklijke) Nederlandse Voetbal Bond (N.V.B.), organiseerde toen voor het eerst een Zutphense Aspiranten Competitie, ZAC genaamd. Hieraan nam onder andere Z.E.C. (Zutphen-Eefde Combinatie) uit Eefde deel, dat met het ontstaan van deze competitie tot oprichting kwam. Om misverstanden te voorkomen moeten we direct opmerken dat deze aspiranten jongens waren die we tegenwoordig tot de junioren zouden rekenen. Het voetbal was in die tijd wat leeftijd betreft lang niet zo streng gereglementeerd als nu. In feite was iedereen, of hij nu 14 of 60 jaar was, senior. Het kwam vaak voor dat de gemiddelde leeftijd van zo'n eerste elftal zo'n 16 à 17 jaar was.
De aspirantencompetitie, als experiment bedoeld, bleek geen succes en met de Z.A.C. was in 1913 ook Z.E.C. alweer verdwenen. Bekend is dat er ook regelmatig werd gevoetbald bij de inrichting De Mettray. Zo voetbalde in de buurt van deze inrichting de club Victoria, maar net als L.B.B. een aantal jaren eerder deed, verkoos ook deze club zich aan te sluiten bij het 'grote' Be Quick. Deze ploeg kreeg door zijn goede resultaten een grote aantrekkingskracht en het was dan ook geen wonder, dat als een kleine vereniging over de kop dreigde te gaan, de spelers een blauwwit shirt aantrokken.

Eefde met De Wolzak als voetbalcentrum en de Mettray als buurtgenoot begon na het echec van Z.E.C. ook weer een eigen voetbalclub te denken. De zandvlakte bij de brug over het Twentekanaal was van oudsher door de Zutphense clubs gebruikt, maar nu de meeste van hen een vast veld aan de Pollaan hadden gekregen, konden de Eefdenaren daar zelf hun sportieve lusten botvieren. Dat deden ze dan ook en wel in de vereniging Eefde, die voor het eerst genoemd wordt in het G.V.B. verslag over het seizoen 1923-1924. Deze voorganger van Sportclub Eefde was regelmatig actief in de seriewedstrijden, waar zae met wisselend succes opereerden. In competitieverband schopten de knapen uit het sluisdorp het niet ver. Al in 1928 voelden ze zich dan ook genoodzaakt de aftocht te blazen.

De Mettray had inmiddels zijn eigen speelveld gekregen en er werd op woensdagmiddag regelmatig een balletje getrapt. De vele jongensclubjes uit Zutphen wilden graag tegen de jeugdige balvirtuozen van De Mettray spelen, maar de wedstrijden die daar gespeeld werden hadden niets met een voetbalbond te maken.

Pas in de jaren dertig zou een elftal van deze instelling onder de naam Mettray Boys in de onderbond gaan spelen. In de jaren '30 waren er in Eefde weer nieuwe ontwikkelingen aan het voetbalfront. De Rooms-katholieke aftakking van de K.N.V.B., de R.K.F. (Rooms Katholieke Federatie) had in Zutphen als eerste en enige lid het in 1932 opgerichte Zutphense Boys. Deze vereniging kreeg een veld aan de Damlaan te Eefde, dat vanouds tot het bezit van de parochie behoorde. De vereniging werd ingedeeld in de tweede klasse van de afdeling Salland. Na een jaar promoveerden de Boys naar de eerste klasse van deze afdeling en bleven hierin tot 1940 spelen. Toen zagen ze er geen heil meer in en ontbonden de vereniging.

Tegenpool van de R.K.F. was de bond voor de protestants-christelijke voetballers. Zij speelden in de Christelijke Voetbal Bond (C.V.B.). Een voetbalvereniging op christelijke grondslag kreeg Zutphen in 1936, het oprichtingsjaar van S.S.S. (Sport Staalt Spieren). Deze club, die in 1953 samen zou gaan met gymnastiekvereniging Wilhelmina, nam bezit van De Wolzak. Dit inmiddels al iets beter te bespelen terrein was inmiddels weer vrij, omdat K.N.O. (Kunst Na Oefening, opgericht rond 1936) naar een heideveldje aan de Jodendijk vertrokken was. K.N.O. legde in de oorlogsjaren het loodje, zodat ons dorp voor de zoveeslte maal zonder voetbalvereniging zat.

Terug naar Boven

De beginperiode: Plezier voor alles

"Niets kan tippen aan die tijd bij het kanaal en aan de Jodendijk"

Nog regelmatig doen er wilde nostalgische verhalen de ronde in de kantine van Sportclub Eefde op De Wolzak. "De tijd aan het kanaal en vooral aan de Jodendijk, dat was nog eens prachtig." Volgens de "insiders" kan het huidige voetbal niet tippen aan de weliswaar amateuristische, maar oh zo gezellige periode in de jaren 50 tot midden jaren 60.

Een overzicht
Op een koude winteravond vlak na de oorlog zitten in het Eefdese café "De Uitrusting" verscholen in een hoek een stel mannen bij elkaar. Met Gerrit Boltjes en Jo van der Tol als gangmakers, waren ook de Eefdenaren Gerrit Kuiper, Jo Hulshof, Willem Beuzel, Henne Dieperink en Jan Schoonen het over eens dat de Eefdese gemeenschap toe was aan een voetbalvereniging. Zo werd onder het genot van een drankje, op 23 februari 1948 Sportclub Eefde geboren.

"Er werd al wel regelmatig onderling een balletje getrapt, maar de Eefdese jongens wilden toch graag de bond in. Het was toch leuker als er iets op het spel stond," aldus de oud oprichter Hulshof. "Er werd eerst al even op de Wolzak gebald, maar dit leek wel een woestijn, bijna onbespeelbaar. We kozen toen voor een veldje in een wei van Van Schooten, tegenover het huidige scheidsrechtersveld. Omkleden gebeurde in de boerderij van Beuzel. Niet te vergelijken met nu, maar minstens net zo leuk!"

Dit omkleden in de boerderij ging met de nodige sensatie gepaard. Zo hoorde Joop van der Tol, een memorabel verhaal. Er werd toen op 's zondags gevoetbald. Zo kwam Eefde speler Jan Bos, politieagent van beroep, ook altijd opdraven om mee te spelen. Hij hing zijn ambtskleding over de rand van een hok in de boerderij en na een potje voetbal keek hij behoorlijk op zijn neus. Toen hij zijn uniform weer wilde aantrekken om de wet te dienen, bleek deze door het vee zo te zijn toegetakeld, dat de dienstdoener zich zijn diensttijd van die middag beter in voetbalkleding kon doorbrengen. 

Het moet ongeveer 1952 zijn geweest dat werd verkast naar een terrein aan de Jodendijk. Grote namen in de Eefdese hoofdmacht waren de legendarische namen van 'buik' Poorterman, Mannus de Groot, Toon Rietman, Dik Beuzel, Keeper Henk van der Tol en de gebroeders Bertus en Henk Knol. Met de hand werd het terrein aan de Jodendijk omgeploegd, een hels karwei gezien de gesteldheid van de bodem.

Maar toen het eenmaal klaar was, heerste er vooral een stemming van trotsheid binnen de Eefdese bevolking. Met name het poortje bij de ingang, waarop de naam van de sportclub pronkte, gaf een gevoel van onoverwinnelijkheid aan de Eefdese voetballers.

In een soort koek-en-zopie-tentje was een drankje of iets simpels te eten te krijgen. Van een kantine was nog geen sprake, zodat na de wedstrijd vaak naar het café werd uitgeweken. 

Terug naar Boven

Onder de pomp

De kleedkamers waren gebrekkig en van een douche was al helemaal geen sprake. De spelers spoelden de sporen van de wedstrijden onder de waterpomp van zich af. Één van de spelers moest dan pompen en als je dan als laatste was moest je dan maar afwachten of er iemand zo vriendelijk was de pomp nog even te bedienen. Als Sportclub Eefde een uitwedstrijd speelde of ergens een toernooitje had, liep de bevolking uit. Omdat er die tijd nog niet zo'n grote hoeveelheid aan vrijetijdsbesteding was, speelde het sociale leven zich grotendeels rond Sportclub Eefde af. Hennie Dieperink, samen met Piet Dikken het enige lid die vanaf het ontstaan aan de vereniging was gebonden, weet nog dat er in een colonne van wel honderd man of meer op de fiets naar de Witkampers werd vertrokken.

"Na afloop was het dan altijd een groot feest, dan kwam iedereen in groepjes van vier of vijf naar huis, veelal zwalkend van de ene naar de andere kant van de weg." Tot kampioenschappen kwam Sportclub Eefde nauwelijks. Ze zat altijd bij tweede en derde teams van AZC en Be Quick in; de grotere Zutphense verenigingen, die als het er op aan kwam altijd een versterkt elftal de wei in stuurden.

Vreemd terrein

Lukte het Eefde dan toch om kampioen te worden, dan waren de tegenstanders in de promotiewedstrijden meestal een maatje te groot; Robur et Velocitas en EZC verhinderden in de zestiger jaren dat Eefde hogerop kwam. Hoewel tegen beide teams op de Jodendijk werd gewonnen, was Eefde op vreemd en neutraal terrein toch niet opgewassen tegen de Apeldoorners en Elspeters.

Waar Eefde nog wel eens succesvol was, was in de seriewedstrijden "de voorloper van het huidige toernooi". Het elftal bestond inmiddels uit veelal andere namen; Jan Rietman (keeper), Hennie Dieperink, Gerrit Scholten, Jan en Piet Dikken, Wim Korenblik, Vader Anton en zoon Jopie van der Tol, Wim Palsenberg, Gerrit Berkenbosch en Lieferink.

Zo was er op een middag zo'n seriewedstrijd bij Ratti. Tijdens de prijsuitreiking, waar Eefde bij de kampioenen hoorde, liet toen al oud-gediende 'buik' Poorterman een onvergetelijke indruk na. Zoals destijds gebruikelijk was, reikte meneer pastoor de prijzen uit. Toen 'buik' als aanvoerder naar voren werd geroepen, viel meneer pastoor van verbazing achterover. 'Buik' zegende zelf de verdiende beker in en zoende meneer pastoor paternaal op het hoofd. Ging het Eefde in een wedstrijd niet voor de wind, dan werden de hardere middelen niet geschuwd. Regelmatig viel er een klap of werd iemands rechterbeen bijkans bij de knie afgezaagd.

"Maar het was tenminste recht voor zijn raap. Niet van dat geniepige knijpen, spugen of natrappen van tegenwoordig. En na de wedstrijd leek het ook net of alles vergeten was, dan dronken we een lekker biertje met elkaar, " Aldus Joop van der Tol.  De periode, die ook wel als de "Jodendijktijd" wordt bestempeld, duurde tot omstreeks het jaar 1967. Toen ging Eefde naar de Wolzak, waarmee volgens de oudgedienden een stukje van de mooiste Eefdese jaren verloren ging.

Terug naar Boven

De Wolzaktijd betekende de vorming van wat Sp. Eefde nu is – Oud-voorzitters klappen uit de biecht

Vanaf 1967 waren de oud-voorzitters Eelke Langeler, Kobus Nagtegaal en Jan Knoef elk verantwoordelijk voor een deel in het groeiproces van Sportclub. Alledrie waren ze een behoorlijke tijd voorzitter van de groeiende vereniging die vanaf 1962 op zaterdag ging voetballen. Een kort overzicht over de ervaringen van dit trio.

Eelke Langeler was de derde voorzitter die Sp. Eefde rijk was. In het begin van de zestiger jaren kwam hij bij Eefde. Een roerige tijd, want het was net de periode dat de sportclub verhuisde naar De Wolzak. Langeler herinnert zich zijn eerste kennismaking met Eefde nog goed. "Iedere dinsdagavond was er training op het 'sportcomplex' aan de Jodendijk en daar kon ik dus ook kennismaken. Klokslag zeven uur was ik daar… Als enige! In afwachting van de anderen ben ik maar vast wat rondjes gaan lopen en oefeningen gaan doen, maar om half acht liep ik daar nog steeds in mijn eentje. Prachtige kennismaking".

Na een tijde kwam er onvrede binnen de leden over het toenmalige bestuur. Maar als zo vaak voelde niemand zich geroepen een bestuursfunctie te vervullen. Langeler en zijn latere medebestuurders voelden dat het anders en beter kon en vormden op 30 juni 1967 een nieuw bestuur. "Het enige wat we vroegen was: Geef ons vijf jaar en we zullen er voor zorgen dat Sportclub Eefde (weer) een bloeiende vereniging wordt met mogelijkheden voor de jeugd," aldus Langeler. Al snel had het nieuwe bestuur succes, want het ledenaantal steeg van 80 in 1966 tot 148 een jaar later.

"Ook wil ik nog even, zonder iemand tekort te doen, stil staan bij twee inmiddels overleden oud-bestuursleden Gerrit Kuyper en Gerrit Boltjes. Zij hebben ons, toen nieuw en jong bestuur, met raad en daad bijgestaan, ons aangemoedigd, waar nodig soms geremd. Twee geweldige verenigingsmensen. Hulde!" Tweede voorzitter onder Langeler, Jan Nieuwburg, is die tijd ook bijgebleven, "We hebben veel gezellige avonden gehad, na het draaien van het clubblad bij de familie Boltjes thuis. Die koffie daar met de grote vellen erop; dat was een onvergetelijke tijd."

Eelke Langeler denk nog vol genoegen terug aan de tijd dat Sp. Eefde onder zijn hoede floreerde. "Toen ik bij de club kwam bestond Eefde uit drie seniorenelftallen en slecht elf A-juniorenm verder niets. Na zeven jaar hard werken met het bestuur was het resultaat als volgt: zes seniorenelftallen, zeven jeugdelftallen, een kantine, kleedkamers en een oefenveld. En… het eerste elftal eindelijk weer eens kampioen. Ons doel was bereikt, Sportclub Eefde telde weer mee." "Iedere keer als ik richting Zutphen over de kanaalbrug rijd, kijk ik met voldoening naar rechts en met een beetje trots denk ik dan; Daar heb jij dan toch ook een steentje aan bij mogen dragen!"

Geschiedenis Sp. Eefde

 

"In 1970 kwam de voorzittershamer in handen van Kobus Nagtegaal. Hij zag het als een uitdaging de groeiende vereniging te leiden. Zijn grote doel was het sportpark De Wolzak te doen uitgroeien tot een complex. "Toen ik kwam, waren er zestien elftallen, maar slechts vier kleedkamers, een clublokaal waar nauwelijks vijftig man in kon, geen wc's en geen bestuurskamer. Vrijwilligers voor het onderhouden van de velden waren er wel, maar er was geen gereedschap. Daar verandering in brengen, dat was de uitdaging."

Nagtegaal was een politicus, dus hij wist de sportclub perfect te vertegenwoordigen tegenover de gemeente en de KNVB afdeling Gelderland. Er kwam een bouwvergunning voor de nieuwe accomodatie. De winter van 1971 was hij elke zaterdagmorgen in de koud met Pichem Rouwenhorst en Jan Meerbeek in de weer, stenen bikken, want de kantine moest klaar. Nieuwenburg, tweede voorzitter gebleven, weet nog goed hoe het ging. "Eerst moesten de huisjes van Dommerholt worden afgebroken en afgebikt. Want die stenen waren volgens Gerrit Kuyper (penningmeester) nog uitstekend en bovendien goedkoop."

In de zomer van 1972 opende de burgemeester van Gorssel de nieuwe kantine en het was groot feest in Eefde. Nagtegaal: "Sp. Eefde had zijn prachtige accomodatie, zijn Gerrit Boltjeskamer (bestuurskamer) zijn moderne wc's, zijn Bertus Jansen velden, Gerrit Scholten plein, kleedkamers en twee scheidsrechterskamers. Teven beschikten we over een moderne gazonmaaier, een tractor, een wals en als laatste aanwinst een waterkanon." Eefde kon zich sinds toen goed vertonen aan de buitenwereld. Ook sportief gezien was het een goede periode onder Nagtegaal, want in 1974 werd het eerste kampioen van de 2e klasse A, waardoor voor het eerst in de geschiedenis promotie naar de 1e klasse werd afgedwongen.

Als vervanging van de door een ziekte gevelde Nagtegaal was politieagent Eddy de Jong in 1981 voorzitter. De Jong had de in bloei staande vereniging een jaar onder zijn hoede. Hij vertrok later naar Twello. Een afvaardiging van het bestuur nodigde daarop op een zaterdagmiddag de uit Vorden afkomstige 5e elftalspeler Jan Knoef uit in Cafe Restaurant "De Uitrusting" (vanaf de oprichting altijd stamkroeg gebleven van Sp. Eefde).

Aan hem werd gevraagd de nieuwe voorzitter te worden en na wat heen en weer gepraat besloot Knoef de functie te aanvaarden. "Ik heb een mooie tijd gehad, wat natuurlijk ook mede te danken is aan mijn medebestuursleden. Vooral het 40-jarig bestaan was een fantastische happening. Maar ook de wedstrijden in de competitie tussen ons eerste en dat van Almen en Harfsen zijn mij bijgebleven. Deze wedstrijden hadden altijd een bepaalde lading (nog uit de Jodendijktijd verdachten deze teams elkaar ervan spelers bij elkaar wef te kapen, red.) , maar het liep uiteindelijk zelden uit de hand."

In de tien jaar dat Knoef de scepter zwaaide kreeg hij ook te maken met groeiende maatschappelijke problemen als criminaliteit. "Tot twee keer toe hebben we brand gehad in de kleedkamers, wat bijzonder triest was. Maar door de hulp van vele vrijwilligers en een goede aannemer kwam Eefde er telkens weer bovenop." Nieuwenburg was ook onder Knoef in zijn functie als vice-voorzitter gebleven. Hij herinnert zich nog een huidig probleem dat toen al liep. "De kwestie dorpshuis die in Eefde hoog oplaaide duurde ongeveer tien jaar, maar beste mensen, het derde veld van Eefde is een materie die dertig jaar (!) speelt. Dus qua tijd gezien is dat de absolute koploper." Het Knoef-bestuur baarde opzien door twee keer dezelfde trainer, Ton Scholten, aan te stellen. "Er zaten weliswaar een aantal jaren tussen, maar toch zie je dat toch niet zo vaak. Tot op de dag van vandaag hebben we daar echter nog profijt van." "De zaterdagen dat ik vrij ben, kom ik nog regelmatig op het voetbalveld, want ik ben nog steeds een goede supporter van Sp. Eefde, vooral het eerste elftal."

Uit de reacties van alledrie voorzitters blijkt de band die ze door de jaren met Sp. Eefde hebben opgebouwd.

 

Terug naar Boven